PDF-versie voor persoonlijk gebruik

Recensie La Boheme

zondag 13 december 2015Opera Antwerpen

La

22 jaar nadat La Bohème in een regie van de Canadese regisseur Robert Carsen in Opera Antwerpen het levenslicht zag, staat de productie er nog steeds als een huis. Twee delen die minder dan een uur duren, houden de vaart in het werk. Koor, kinderkoor en orkest doen de passie opflakkeren wanneer het kaarsje van Mimi gedoofd is en zij als excuus net als Rodolfo de kaars opnieuw stiekem uitblaast om langer bij elkaar te kunnen vertoeven. Het betekent de start van een kortstondige romance tussen de twee. Musetta – een mannenverleidster - slaat dan weer Rodolfo’s vriend Marcello aan de haak.  Maar ook die relatie is van korte duur. Het bohemienleven, genieten van artistieke vrijheid en vrije liefde heeft zo zijn beperkingen. Enerzijds komt er te weinig geld in de lade, blijkt een tegenslag als ziekte levensbedreigend en anderzijds komt jaloezie toch de kop opsteken. “Ik verfoei minnaars die zich gedragen als echtgenoten.” stelt Musetta.

Seizoen 2000-2001. Ondergetekende is een snotneus van 20. De Vlaamse Opera weet me te lokken met een half jaarabonnement voor jongeren. 4 Producties zitten erin aan een scherpe prijs. Die Zauberflöte zit daarin en staat hoog op mijn verlanglijstje. Helaas werd dat een draak van een voorstelling en zag ik het oude cliché bevestigd: een stuk waar wel goed in gezongen werd, maar dat zo saai gebracht werd, slecht of nauwelijks in geacteerd werd, dat het een erg lange zit werd, of je nu je muziekschool had uitgedaan of niet. Met lood in de schoenen trok ik dan maar naar de andere voorstellingen die in mijn abonnement zaten. Dé productie die me toen overstag deed gaan, was deze La Bohème van Robert Carsen. Jeugdliefde zeg maar. Mocht de regie van Carsen er dat seizoen niet geweest zijn, dan had ik wellicht het medium opera de rug gekeerd.

14 jaar later opnieuw een date hebben met je jeugdlief, kan twee kanten op gaan. Ofwel denk je OMG, wat heb ik daar ooit in gezien, wat een naïef onervaren en blind wicht was ik toen. Ofwel is het vanaf de eerste noot, wanneer het doek terug open gaat opnieuw van dat, en maakt je hart een sprongetje. Al in het eerste bedrijf werd het dat laatste, in no time werd ik opnieuw smoorverliefd op deze La Bohème die me nog steeds wist te raken. Meermaals kreeg ik kippenvel en werd ik tot tranen toe bewogen. Puccini’s partituur is dan ook zeer toegankelijk en trekt voluit de kaart van de gevoelens, niet te groot, niet te klein. “Che gelida manina”, “Si. Mi chiamano Mimi” en “Quando men vo” behoren tot de oorwormen van het operagenre.

Robert Carsen toont niet alleen dat een opera ook modern gebracht kan worden met focus op geloofwaardig en authentiek acteren. Hij slaagt erin om te vertrekken van een lege scène, en weet die doeltreffend te verkleinen tot een vierkant van 14,4 m². Het kamertje waar de vier vrienden in wonen, stelt ie dus zeer krap voor, terwijl de rest van de wereld wel erg weids lijkt. In het eerste bedrijf roept de regisseur een winterlandschap op met witte bladen papier die tevens verwijzen naar de beperkte creativiteit van dichter Rodolfo. Wanneer de vrienden het manuscript gebruiken om in de kachel te gooien, zingt de schilder Marcello: “Die intermezzo’s zijn doodsaai.” Terwijl Colline zegt “Wat een ijdel krachteloos drama.” omdat het effect, warmte geven aan de kachel snel uitgewerkt is. Rodolfo’s eerdere repliek “Bondigheid, het duurt niet lang.” wordt opnieuw bevestigd. In het vierde bedrijf is het lente en zien we bloemen over de scène verspreid vanuit datzelfde romantische ideaal dat de wereld erg ver reikt. Omzoomd met die bloemenweelde zal het bloemenmeisje Mimi sterven. Een iconisch beeld. Alleen al daarom is het de rit naar Antwerpen waard.

Het tweede bedrijf is een groot feest onder de bohemiens die op kosten van een welstellende heer – die dat pas op het einde beseft – vrouwen, drank en kreeft consumeren. In Momus, de kroeg, zien we een aantal keer het kamertje van de vrienden gekopieerd: de buffetpiano, de stoel, de tafel, enz. En de schoorsteen van de kachel die tot de hemel reikt, wordt plots een acrobatisch instrument.  Het derde bedrijf speelt zich buiten de herberg af, heeft als hoofdkleur zwart, want het is het bedrijf ook waar beide koppels uit elkaar gaan. Het einde daarvan is prachtig, waarbij alle licht dooft, behalve het gele dat uit de ruit van de herberg komt. Gelijkaardig eindigt het eerste bedrijf waar het licht van het kacheltje het enige is dat aanblijft op het einde.

Het is dat subtiele spel, verwijzingen in het scènebeeld en belichting naar de bedrijven onderling, maar ook de keuze om te starten vanuit een minimal – less is more – benadering die deze voorstelling zo sterk maakt. Carsen kiest trouwens in ander werk ook resoluut voor zwart en wit als hoofdkleur, andere kleuren gebruikt hij zuinig en dienen vooral om accenten te leggen. De Canadees slaagde er dus in om een eigen signatuur te creëren door de jaren heen, is steeds coherent en consistent en trouw gebleven aan zichzelf. Het maakt dat hij veel gevraagd is, met producties die recent liepen in Amsterdam (Dialogues des Carmélites) en Parijs (Singin’ in the rain dat vanaf 1 juli 2016 overigens te zien is in het New York City Theatre). In het voorjaar van 2016 is zijn werk verder ook te zien in operahuizen die naam en faam hebben: Capriccio (Opéra National de Paris), Les Fêtes Vénitiennes (Brooklyn Academy of Music, New York),  Agrippina (Theater an der Wien), Don Carlo (Straatsburg) en Manon Lescaut (Wiener Staatsoper). Dat is gene kattenpis.

Een ijzersterke cast: de Oezbeekse tenor Najmiddin Mavlyanov als Rodolfo, de sopraan Gal James als Mimi, de Italiaanse bariton Simone Del Savio in zijn roldebuut als Marcello en de Belgische sopraan Hanne Roos in haar roldebuut als Musetta, levert een operaproductie af die je door een ringetje kan halen. Niets dan lof dus voor de ganse ploeg en niet in het minst voor Frans Willem De Haas, de rechterhand van Carsen, die tekende voor de herinstudering van de regie. Carsen zelf, die niet aanwezig was op de première, die bulkt ondertussen van het werk.

Kortom: deze La Bohème is een must see en met stip dé Antwerpse voorstelling van het eindejaar. Niet alleen omdat er bitter weinig alternatieven zijn binnen de podiumkunsten in de stad aan de Schelde. Maar vooral omwille van de indrukwekkende kwaliteiten van deze Carsen-regie. Laat dat duidelijk zijn.

< Bert Hertogs >


Do you like our reviews and pictures?
Feel free to support concertnews.be by sharing this page or giving a donation.
You make an independent website like ours possible. Thanks!







Geef steeds in je comment mee op welk artikel je reageert.
Please put in your comment to which article you are responding.

Tabs Concertnews.be

News
Soon
Reviews

More news

  • Podcast
  • Facebook
  • Twitter